Jan van der Moolen: ‘RvC, richt je op legitimiteit en effectiviteit van de corporatie’

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

De afgelopen jaren waren in alle media berichten te volgen over megalomane bestuurders en falend toezicht. Hebben toezichthouders altijd zitten slapen of is men niet op zijn taak berekend? We vroegen Jan van der Moolen, oud-directeur CFV waar de RvC van een corporatie nou echt wakker van moet liggen. ,,De kern van het toezicht moet zich richten op de legitimiteit en de effectiviteit van de organisatie’’.

Download hier het originele artikel uit CorporatieGids Magazine editie maart 2014

Geen uniek verschijnsel
Commissarissen krijgen er net als hun falende bestuurders vaak flink van langs. Wist men het wel, overzag men de risico’s niet of werd er niet of te laat ingegrepen? ,,Klaarblijkelijk is het voor hen moeilijk een voorstel van een bestuurder tegen te houden of te wijzigen dan wel zicht te krijgen op alle ins en outs’’, merkt Van der Moolen op. ,,In het verleden beperkten commissarissen zich vooral tot financiële zaken’’, geeft Van der Moolen daarvoor als verklaring. ,,Gevoegd bij hun grote afhankelijkheid van tijdige en adequate informatie was er geen sprake van een balans tussen bestuur en toezicht. Effectief toezicht op governance en integriteit ontbrak. In samenhang met de wildgroei als gevolg van taakverbreding, taakvervaging en allerlei nevenactiviteiten gaf dit een voedingsbodem voor het oprekken van werkdomein en integriteit. De overheid heeft als remedie vaak nieuwe regelgeving bedacht. In het kielzog daarvan volgt een keur aan symposia en seminars waar je als commissaris wordt bijgespijkerd tot op detailniveau. Maar is dat een juiste strategie? Weinigen lijken nog aandacht te hebben waar corporaties echt voor staan’’.

Gevoel van onbehagen
“Bij de totstandkoming van de Woningwet 1901 werd het mooi geformuleerd: het is een beweging die door de burger in beweging moet worden gebracht en gehouden. De rol van de huurder en/of stakeholder is nu echter beperkt als het gaat om beïnvloeding. Het vertrouwen van de burger en de overheid is geschaad. De publiekrechtelijke waarborg over de vermogensbestemming van corporaties werd vanaf 1901 gezien in het licht van een aanvulling op de markt. Die grondtoon is er nog steeds in alle politieke discussies, maar de feitelijke positie van corporaties lijkt meer dan een aanvulling op marktfalen te zijn. De term “hybriditeit” moet verhullen dat we niet goed raad weten met de aansturing: doet de markt dat of de overheid? De governance van een corporatie is echter ook complex. Hoe bepaal je nu de kwaliteit van diensten en hoe concreet kun je prestatie afspraken maken waarop ook toezicht mogelijk is? Hoe beoordeel je zo iets als schaalvergroting?

Legitimiteit
Of corporaties zelf ook niet debet zijn aan de legitimiteitvraag, antwoordt Van der Moolen: ,,Corporaties hebben zelf de afgelopen jaren in grote mate bepaald wat werkzaam zijn in het publieke belang inhoudt. De overheid heeft dat nagelaten of ruim geformuleerd. Corporaties compenseerden echter wel de imperfecties van de markt. Daarvoor verdienen ze een groot compliment, maar er ontstonden ook incidenten. Die leiden tot een roep om terugkeer naar de kerntaken en om een andere cultuur. Zaken moeten harder en professioneler, maar wat betekent dat nu voor de commissarissen’’?Hij vervolgt: ,,De oude begrippen ‘betaalbaarheid’, ‘toegankelijkheid’ en ‘kwaliteit’ zijn anno 2014 actueler dan ooit. Daar zit de legitimiteit van woningcorporaties en dat is een zaak die commissarissen bovenal en als eerste dienen te bewaken in toezicht en adviseren. Voldoet of past een activiteit daar niet aan? Niet aan beginnen! Past een overname, fusie, bouwproject of grondaankoop niet in de strategie? Niet doen! Tussen 2008 en 2012 hebben corporaties al voor € 800 miljoen aan grondwaarde afgeboekt en de geaccumuleerde verliezen over die jaren op verbindingen komen boven de € 1 miljard’’.

Kerntaak
,,Een discussie over wat de kerntaak is van een corporatie, is dus ook voor commissarissen zinvol’’, zegt Van der Moolen. ,,Het werkdomein van een corporatie beslaat niet de gehele woningmarkt. Belangrijke onderdelen in de effectiviteitvraag betreffen de maatschappelijke ontwikkelingen: wat is de volkshuisvestelijke opgave en wat betekent het thema duurzaamheid? Een derde aandachtspunt betreft de kwaliteit van governance en verantwoording. Binnen de legitimiteit-vraag zijn deze drie onderdelen relevant en dus primair onderdeel van toezicht door commissarissen’’.

Quasimarkt
,,De grote afhankelijkheid van corporaties van politieke besluitvorming draagt niet bij aan de stabiliteit voor bedrijfsmanagement van de corporatie’’, merkt Van der Moolen op. ,,De volkshuisvesting is een ‘quasimarkt’, waarbij er sprake is van gereguleerde marktwerking in het publieke domein. Het door de overheid bepaalde huurprijsbeleid bindt de corporaties nog steeds met handen en voeten in hun bedrijfs-voering, net als de verhuurderheffing. Vanuit het ontbreken van een duidelijke eigenaar of opdrachtgeverrol is de corporatie als het ware “footloose” en opereert zoals het CPB aangeeft, in een verdwijndriehoek’’.

Transformatie
,,De transformatie van de corporatie tot een marktconform opererende onderneming lijkt geen aantrekkelijk pad’’, vindt Van der Moolen. ,,Er is toenemende aandacht vanuit beleggers om een rol te gaan vervullen. Hoe dit zou moeten en hoe eenen ander financieel ingestoken moet worden, staat nog in de kinderschoenen. De vraag of we de corporatie moeten teruggeven aan de bewoner, is ook weer terug. De bewoner is in het hele proces van verzelfstandiging vooral als consument beschouwd zonder dat deze een echte positie als consument heeft verkregen. Voor vraagstukken op het gebied van beheer en onderhoud valt er veel voor te zeggen om te komen tot een actievere rol, maar bij grote investeringsvraagstukken kan grote invloed van zittende bewoners gaan wringen met bredere volkshuisvestelijke doelstellingen’’.

Effectiviteit
Hij vervolgt: ,,Naast legitimiteit zullen commissarissen dan ook nadrukkelijk naar effectiviteit moeten kijken. In onderstaand schema dat ik gebruik in sessies met commissarissen is dit weergegeven: ook effectiviteit is een primaire taak van toezicht houden. Dat raakt ontwikkelingen op de woningmarkt en de relatie met de klant cq huurder en richt zich op drie onderdelen: de structuren en systemen binnen de bestuurlijke en werkorganisatie, de inbedding en transitie opgave en de organisatie ontwikkeling en efficiency’’.

Verdienmodel
Commissarissen moeten dus oog hebben voor legitimiteit en effectiviteit van de woningcorporatie. Volgens Van der Moolen laat dat andere vraagstukken onverlet. ,,Het verdienmodel van corporaties is niet meer van deze tijd. Het woord “verdienmodel” is niet gelukkig gekozen. Ook is nog steeds geen sprake van een goed functionerende (regionale) woningmarkt(en), allerlei overheidsmaatregelen ten spijt’’.

De kern van het toezicht
,,Commissarissen hebben met de effecten van beide te maken. Maar primair staat de vraag waar je als commissaris je op moet richten. De kern van het toezicht richt zich op de legitimiteit en de effectiviteit van de organisatie. In de drie functies van het interne toezicht - toezicht houden, adviesrol en werkgeverschap - moet dat tot uitdrukking komen. In de verantwoording naar buiten dient dat voorop te staan. Het gaat om meer dan alleen goedkeuren van beleid en strategie en financiën. Gevraagd en ongevraagd adviseren moeten vooral de legitimiteit en de effectiviteit betreffen’’, besluit Van der Moolen. Hoe dat verbeterd kan worden, komt in het juninummer van CorporatieGids Magazine aan de orde.

Bron: CorporatieGids Magazine