'Invloed corporaties en huurdersorganisaties op woonvisies neemt toe'

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Begin dit jaar publiceerde de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) haar onderzoek Stand van zaken gemeentelijke woonvisies, waarin het kijkt naar woonvisies van Nederlandse gemeenten en deze met elkaar vergelijkt. CorporatieGids.nl ging hierover in gesprek met Jeroen de Leede, beleidsmedewerker bij de VNG en verantwoordelijke voor het onderzoek, en sprak met hem over de uitkomsten.

Een woonvisie beschrijft simpel gezegd het beleid van de gemeente op het gebied van wonen. Deze wordt vastgesteld door de gemeenteraad en is bij alle partijen - gemeente, corporaties en huurdersorganisaties - bekend. "De woonvisie vormt daarbij het toetsingskader om met de andere partijen prestatieafspraken te maken," vertelt Jeroen. "In de nieuwe Woningwet is gesteld dat er zonder woonvisie geen verplichting is tot overleg over prestatieafspraken."

Grote verschillen
Tijdens het onderzoek maakte de VNG gebruik van 162 respondenten. De woonvisies van deze gemeenten verschillen volgens Jeroen sterk van elkaar. "Niet alleen qua inhoud, maar ook qua grootte en opzet. Toch zijn er enkele thema's die vrijwel overal voorkomen, zoals de voornemens voor de duurzaamheid en betaalbaarheid van woningen. Deze moeten corporaties meenemen in hun jaarlijkse overzicht van voorgenomen werkzaamheden. "

Het grote verschil qua opmaak komt vooral omdat gemeenten hun woonvisie zelf mogen invullen. "Een uniform format kan handig zijn," geeft Jeroen toe. "Zeker wanneer er sprake is van een regionale woonvisie met lokale uitwerking. Maar belangrijker dan een format is dat de woonvisie concreet is, en gemeenten duidelijk neerzetten wat ze willen bereiken. Ook moet het beleid passen bij de lokale situatie. Hierdoor hoeft niet elke gemeente even diep in te gaan op een onderwerp."

Niet concreet genoeg
Opvallend is dat de helft van de respondenten in het onderzoek aangeeft haar woonvisie niet concreet genoeg te vinden. Volgens Jeroen is dit echter niet per se een probleem: "Als het gaat om prestatieafspraken, heeft een woonvisie twee functies: agenderend en taakstellend. Als een onderwerp niet concreet genoeg en meetbaar is uitgewerkt, kan het alsnog ter sprake komen in de prestatieafspraken. Ook is er soms te weinig informatie om een concrete afspraak te maken, en kan er besloten worden eerst nader onderzoek te doen. Zo kan op een later moment alsnog een concrete afspraak worden gemaakt."

Inspraak corporaties en huurdersorganisaties
Hoewel in een woonvisie het beleid van een gemeente op het gebied van wonen wordt beschreven, hebben corporaties en huurdersorganisaties volgens Jeroen vrijwel altijd meegeholpen in de realisatie: "In 98 procent van de gevallen was een corporatie betrokken in het proces, en hebben zij meegeschreven, inspraak gehad of is met hen overlegd over de woonvisie."

Huurdersorganisaties waren in 76 procent van de gevallen betrokken bij het opstellen van de woonvisie. Dat deze in een kwart van de gevallen niet betrokken waren, kan volgens Jeroen komen omdat deze organisaties in deze gemeenten niet bestaan. "Het is in het kader van de nieuwe Woningwet wenselijk dat huurders op corporatieniveau zijn georganiseerd zodat ze mee kunnen praten over prestatieafspraken, maar tot 2015 werden deze afspraken vooral tussen gemeenten en corporaties gemaakt. Huurders kunnen daarnaast ook 'informeel' op een beleidsvoornemen reageren, buiten een organisatie om. Wij verwachten echter dat onder invloed van de nieuwe Woningwet de betrokkenheid van huurdersorganisaties de komende jaren verder zal toenemen."

Actualiseren
Hoewel de helft van de Nederlandse gemeenten op dit moment een verouderde - voor 2015 opgestelde - woonvisie heeft, verwacht Jeroen dat dit snel zal veranderen. "Uit het onderzoek blijkt ook dat 58 procent van de gemeenten binnen twee jaar haar woonvisie zal actualiseren. Deze groep zal vooral bestaan uit gemeenten die momenteel geen woonvisie hebben - 5 procent - of een verouderde woonvisie hebben - 45 procent. Dat betekent dat eind 2017 vrijwel elke Nederlandse gemeente over een woonvisie beschikt die minder dan drie jaar oud is."

"Overigens hoeft een visie uit 2014 of eerder niet per se verouderd te zijn. Dat hangt namelijk af van de situatie op de woningmarkt en de mate waarin in de woonvisie rekening is gehouden met de thema's en manier van werken uit de nieuwe Woningwet. De contouren hiervan waren immers al langer bekend."

Regionale visie
Bijna de helft van de gemeenten heeft bij het opstellen van de woonvisie gebruikgemaakt van een regionale woonvisie, al dan niet met een lokale uitwerking. Volgens Jeroen is dit een goede zet: "Sommige onderwerpen kunnen consequenties hebben voor buurgemeenten, bijvoorbeeld hoeveel en wat voor soort nieuwe woningen men ergens wil bouwen. Regionale afstemming is ook verstandig voor woonruimteverdeling. Wij verwachten dat - door de invloed van de nieuwe Woningwet - het aantal regionale woonvisies in de toekomst verder zal toenemen."

Belangrijke thema's
Als er gekeken wordt naar de thema's die veel voorkomen in de woonvisies, is het opvallend dat woningtoewijzing en wachttijden maar weinig genoemd worden. Eén op de tien gemeenten heeft deze thema's prominent in haar woonvisie staan. "Maar," legt Jeroen uit, "wachttijden kunnen ook indirect aan bod komen via onderdelen als de beschikbaarheid en kernvoorraad, nieuwbouw, woningbouwprogramma en kwantiteit."

Betaalbaarheid, bestaande voorraad en woningkwaliteit, duurzaamheid en de doelgroep ouderen en zorgbehoevenden zijn de meest voorkomende thema's in Nederlandse woonvisies. Jeroen ziet deze onderwerpen de komende jaren nog belangrijker worden: "Betaalbaarheid zal door passend toewijzen en huurverhogingen steeds belangrijker worden. Daarnaast is er steeds meer aandacht voor duurzaamheid, het klimaat en energie, en zie je dat de nieuwbouwopgave vaak beperkt is terwijl de kwaliteit van de voorraad een blijvend aandachtspunt is."

"De doelgroep ouderen zal de komende jaren sterk toenemen, en langer zelfstandig wonen is het uitgangspunt voor het rijksbeleid. De groep overige zorgbehoevenden valt door de Wet maatschappelijke ondersteuning steeds vaker onder de aandacht van gemeenten. We zien daarbij wel een verschuiving van het exclusief reserveren van woningen voor een specifieke doelgroep naar het spreiden van doelgroepen over de gehele voorraad, waarbij maatwerk wordt geboden bij woningaanpassingen en het bieden van begeleiding en zorg."

Bron: Johan van den Beld | CorporatieMedia - 17 maart 2016