CorporatieGids Magazine
JUNI 2023 I 41 40 I CORPORATIEGIDS MAGAZINE Een van de grootste warmteverliesplekken voor corporaties zijn daken, begint Thomas het gesprek: “Vooral bij platte daken – die je vaak bij appartementencomplexen terugziet – is het verlies hoog. Dat vertaalt zich bijvoorbeeld door in de stookkosten van een complex; de randwoningen stoken veel meer dan de woningen middenin het complex. Naast dat dit niet aansluit bij onze ambitie om te verduurzamen is het ook oneerlijk. Je kunt als huurder immers niet kiezen welke woning je huurt dus heeft het aanpakken van deze warmte- verliesplek prioriteit. Het renoveren van daken gebeurt echter nog vaak met producten die gemaakt worden van aardolie. Wij willen door hier gebruik te maken van biobased materiaal een dubbele slag slaan; verduurzamen én de betaalbaarheid aanpakken.” Urgentie De ambitie voor corporaties om CO2-neutraal te zijn in 2050 is helder, gaat Thomas verder. “Maar wat is vervolgens de manier om dat te bereiken? Wat kost CO2-neutraal worden en waar moet je op letten? De Alliantie is aangesloten bij de denktank Pianoo, een consortium van de overheid dat zich richt op biobased oplossingen. Vervolgens zijn we met Consolidated in gesprek gegaan over het inzetten van biobased isolatiemateriaal. Hier zit volgens ons een grote mate van urgentie achter. Daken zijn immers onderdelen die je maar eens in de 30 of 35 jaar vervangt, dus wat we er nu opleggen halen we er tegen 2060 pas af. Wil je voldoen aan de duur- zaamheidsdoelen die voor die periode zijn gesteld, is het belangrijk om er nu al mee aan de slag te gaan.” Platte daken Gebruikmaken van biobased materialen wordt volgens Thomas gelukkig steeds populairder: “Denk aan het gebruik van bio- korrels, hennepvezels of oude kranten. Omdat we zagen dat we veel winst konden boeken met onze platte daken, hebben we ons hierop gefocust. Het isoleren van een schuin dak – wat je veelal van binnenuit doet – brengt andere uitdagingen met zich mee dan een plat dak. Zo moet je op een plat dak kunnen lopen zonder dat je de bitumen toplaag beschadigt, wil je eventueel zonnepanelen of sedum kunnen plaatsen en vindt er een natuurlijke vochtopbouw onder de isolatielagen plaats.” Na de uitvraag heeft de Alliantie besloten om met twee partijen verder te gaan in de pilot. “Bij het eerste materiaal wordt plantaardige olie gebruikt om een isolatielaag te maken maar is het productieproces nog niet geheel CO 2 -neutraal. Het andere product gebruikt plantafval, schelpen en restanten van chemische producten. Ook al zijn ze beide niet honderd procent biobased, het is een grote verduurzamingsstap vergeleken met de ‘oude’ producten die veelal volledig van aardolie gemaakt zijn.” Weinig verschillen Op de andere productiewijze na, bestaan er op papier nauwelijks verschillen tussen de prestaties van biobased en ‘reguliere’ materialen, gaat Thomas verder: “We gaan het effect de komende periode in de praktijk meten door sensoren te plaatsen tussen de isolatielagen. Tussen de twee biobased opties zitten wel verschillen. Zo is het ene product wat duurder maar wel makkelijker voor dakdekkers om mee te werken. Het feit dat het verschil met reguliere materialen zo klein is, is voor ons een belangrijk signaal om het gebruik van biobased materialen richting de toekomst te borgen.” Dwarsdoorsnede Voor het plaatsen van de sensoren werkt de Alliantie samen met Inscio. Thomas: “We hebben op verschillende plekken op een opgetopt dak – wat betekent dat een nieuwe daklaag bovenop een oude is gelegd – sensoren geplaatst. Als je een dwarsdoorsnede maakt betekent dit van onderaf gezien beton, oud isolatiemateriaal, oud bitumen, biobased isolatiemateriaal en nieuwe bitumen bovenop. De sensoren meten vervolgens bijvoorbeeld wat de temperatuurverschillen zijn tussen de isolatielagen zodat we het effect van biobased materialen kunnen analyseren.” Objectiever analyseren De sensoren passen in het bredere plaatje van de Alliantie omtrent het digitaliseren van vastgoed, legt Thomas uit: “We willen data gebruiken om bijvoorbeeld onderhoud steeds efficiënter in te richten. Denk aan vochtsensoren die bij een lekkage duidelijker kunnen aangeven waar het probleem zit. Maar ook hoe de kwaliteit van het dak zich door de jaren heen ontwikkelt. Het dak dat wij nu aanleggen moet minstens dertig jaar meegaan en wordt nu nog met het oog gecontroleerd. Door gebruik te maken van sensoren kun je veel objectiever analyseren hoe goed een dak nog is, zonder steeds het dak op te hoeven klimmen. Met die data kunnen we vervolgens zien of een dak aan vervanging toe is of dat we juist – wanneer de conditie nog goed is – het vervangmoment met enkele jaren uitstellen, wat geld bespaart.”
RkJQdWJsaXNoZXIy Mzg5Mzg=