CorporatieGids Magazine
JUNI 2021 I 11 10 I CORPORATIEGIDS MAGAZINE September vorige jaar trok Jan Willem de deur van Factory Zero achter zich dicht. Op de vraag of de missie – de markt betere bouwspullen laten maken – dus is geslaagd, zegt hij: “Nee, dan zou ik nog wel even door kunnen gaan met bedrijven starten. Toch heeft industrialisering over de volle breedte echt een sprong gemaakt. De markt is groot, de behoefte aan nieuwbouwwoningen voorlopig onverzadigbaar en de voor- delen evident. Maar Factory Zero staat als een huis: mijn rol als beginnetjesmaker zat erop.” Biobased bouwen Nu maakt Jan Willem in opdracht van het ministerie van Landbouw beginnetjes met biobased bouwen. “Er gebeurt op verschillende plekken al veel, zeker op het gebied van houtbouw. Biobased is echter meer en komt meer tot wasdom wanneer alles met elkaar in verbinding staat. Ik probeer vooral de (semi)overheden als eerste aan de biobased bouwmaterialen te krijgen als onderdeel van een opschalingsstrategie.” Next step Want biobased bouwen is de next step bij nieuwbouw in het terugdringen van de CO 2 -emissie in de bouw, zegt Jan Willem. “Woningcorporaties kunnen daar natuurlijk ook hun rol in pakken. Wanneer je biobased bouwmaterialen toepast in de nieuwbouwopgave, snijdt het mes aan meerdere kanten. Daarmee kunnen woningcorporaties vele megatonnen aan CO 2 -uitstoot reduceren of nog beter, CO 2 -negatief bouwen. De overheid pompt nu geld in de opslag van CO 2 , dus ik denk dat corporaties een goed verhaal hebben wanneer ze voor CO 2 -opslag in de o zo gewenste woningvoorraad ook geld uit de subsidiepot voor CO 2 -opslag claimen.” Lobby Alhoewel de lobby vanuit de beton-, metaal- en keramische industrie de opmars van biobased bouwen flink tegengas biedt, is dat volgens Jan Willem niet het enige obstakel. “Het gaat ook over cultuur, het loslaten van de oude bouw- praktijk en de ‘gekendheid’ van al tientallen jaren toegepaste oplossingen. Het vertrouwen in zekerheden als beton en kalkzandsteen is groot. Dat wedijvert met de onzekerheid over de houdbaarheid van hout en de onbekendheid met het toepassen van vlas, hennep en stro. In het buitenland is dat al de gewoonste zaak, hier in Nederland vooralsnog alleen weggelegd voor koplopers in private woningbouw.” Spelbepaler Ook wet- en regelgeving zijn daarin een spelbepaler, zegt Jan Willem. “Maar het kan wel, kijk maar naar het uitbannen van de gasketel in de nieuwbouw. Dat was binnen drie maanden een feit. Dat scenario willen wij met biobased bouwen natuurlijk ook. Dat begint met een goede normering van de CO 2 -emissie van bouwmaterialen in het Bouwbesluit. Dat is nu niet het geval, onder meer veroorzaakt door de fossiele lobby.” Jan Willem van de Groep: Het momentum voor biobased bouwen is aangebroken Tekort als kans Op de vraag of het tekort aan bouwmaterialen waar de sector momenteel mee kampt, een kans of bedreiging is voor biobased bouwen, zegt Jan Willem: “Dat is zeker een kans. Als je kijkt naar de marktmonitor van Cobouw, dan zie je dat veel markt- partijen vanwege de schaarste kijken naar alternatieven. De prijsverschillen – met uitzondering van hout – worden daardoor kleiner. Biobased materialen – zoals isolatie en plaatmateriaal van Nederlandse komaf – worden ook vanuit die optiek steeds nadrukkelijker een optie. Die producten zijn veel minder vatbaar voor de prijsstijgingen.” Eerste woningcorporaties Met Wonen Limburg, Fien Wonen en een aantal samen- werkende woningcorporaties op het gebied van houtbouw in Brabant voorop, zetten voornamelijk corporaties uit het zuiden van het land de eerste schreden op het terrein van biobased bouwen. “Je ziet het gelukkig steeds meer, ook mijn oude werkgever Wonion in de Achterhoek is er volop mee bezig. Het voordeel van biobased bouwen ten opzichte van de energietransitie is dat je het letterlijk kunt vastpakken. Biobased materialen dragen bij aan gezond, fijn en comfortabel wonen. Makkelijker te doen dan dat ‘gedoe’ over energie.” Jan Willem acht de kans groot dat corporaties er vol op blijven inzetten. “Er is niks op tegen, behalve misschien de prijs van een aantal producten in deze startup fase. Als meer corporaties het gaan doen komt er vanzelf een CLT-fabriek die tegen lagere prijzen kan leveren. Je ziet dat geïndustrialiseerde toeleveranciers ook al vol inzetten op biobased materialen. Als steeds meer corporaties aanhaken bij de koplopers, volgt de rest vanzelf.” Bang voor tekorten is Jan Willem allerminst: “Biobased kan snel worden opgeschaald, mits het onderdeel is van een fabriek. Het toepassen ervan moet natuurlijk wel geregeld worden bij gemeenten, corporaties en in vergun- ningen en procedures. Daar zit veel meer de belemmering.” Schuivende panelen Ondanks de wet- en regelgeving als remmende factor zijn de panelen echt wel aan het schuiven, ziet Jan Willem. “De beweging die zou moeten ontstaan is dat corporaties stoppen met voorschrijven en starten met inkopen. Ik zie dat als onderdeel van de sociale innovatie en cultuurverandering. Als je vasthoudt aan oude spelregels heeft het inbrengen van nieuw spelmateriaal namelijk geen zin.” Startmotor Wat dat betreft vindt Jan Willem een rol als startmotor van biobased bouwen voor woningcorporaties logischer dan die ze nu vervullen in de warmtetransitie. “Ze dragen in de warmtetransitie jarenlang bij aan investeringen die buiten hun scope vallen. Ze brengen te grote offers die ze als onrendabele investeringen afdekken omdat het nou eenmaal Als Stroomversneller pakte Jan Willem van de Groep met Factory Zero de handschoen op om eigenhandig betere industriële bouwcomponenten te maken tegen lagere prijzen. Motto: ‘Doet de markt het niet? Dan doe ik het zelf wel.’ Inmiddels is hij weer Beginnetjesmaker en maakt hij de markt en opdrachtgevers – waaronder woningcorporaties – bouwrijp voor biobased bouwen: “Woningcorporaties als startmotor van biobased bouwen zou veel logischer zijn dan voor de warmtetransitie.”
RkJQdWJsaXNoZXIy Mzg5Mzg=