Onderzoek gebiedsgericht voorraadbeleid: Brede blik op wijkbelang juist nu wenselijk

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Lorem ipsum
dolor sit amet, consectetur adipiscing elit. Praesent sit amet ligula blandit, aliquam lorem nec, hendrerit felis. Morbi vel mi diam. Vestibulum ante ipsum primis in faucibus orci luctus et ultrices posuere cubilia Curae; Aliquam erat volutpat. Maecenas pretium ultrices semper. Suspendisse dignissim ligula ut velit mollis congue. In hac habitasse platea dictumst. Aliquam erat volutpat. Ut vitae tristique mauris. Aenean velit quam, placerat eget eros et, vehicula accumsan nunc. Sed suscipit nulla in sodales rhoncus. Cras et varius mauris, sit amet tincidunt ipsum. Vestibulum ut metus ut massa ullamcorper malesuada ut eget nisl. Cras at arcu lectus. Integer et varius mi, at aliquam justo. Nam odio mauris, accumsan ut elit at, semper aliquet magna.

Quisque dolor lectus
Feugiat a sem sed, rhoncus dignissim dolor. Aliquam pulvinar tincidunt arcu, sit amet auctor libero fringilla ut. Pellentesque et tristique turpis. Donec ac consequat augue, nec consequat mauris. Donec congue id magna et tincidunt. Curabitur ut ultrices lectus. Praesent malesuada sagittis erat, vitae facilisis sem luctus et. Sed sit amet mauris ligula. Ut aliquam massa ac leo gravida, in consequat ante laoreet. Aenean tempus dui a molestie ullamcorper. Fusce ac est vel tortor egestas lobortis nec id dui. Suspendisse consequat enim a leo fringilla, eget euismod massa tristique. Donec ac turpis in nisi dignissim rhoncus. Fusce nec congue lectus, sed porttitor felis. Aenean ornare nisi laoreet nibh volutpat, eu commodo sem posuere.

De traditionele modellen voor strategisch voorraadbeleid sluiten onvoldoende aan op gebiedsspecifieke problemen. Dit was de aanleiding voor het promotieonderzoek van Arne van Overmeerenvan de Tuin Delft naar planningsbenaderingen die woningcorporaties hanteren bij het formuleren van gebiedsgericht voorraadbeleid in Vogelaarwijken. ‘’Corporaties moeten veel meer in het belang van de wijk denken’’. Aan CorporatieGids Magazine legt hij uit hoe.

Download hier het originele artikel uit CorporatieGids Magazine editie juni 2014

De aanleiding voor het onderzoek was de constatering dat het ‘traditionele’ voorraadbeleid zich vooral richt op de fysieke pijler (portfolio en complexen) en weinig rekening houdt met niet-fysieke gebiedskenmerken’’, licht Arne zijn onderzoek toe. ‘’Door het onvoldoende rekening houden met gebiedskenmerken sluiten de voorgestelde maatregelen niet vanzelfsprekend aan op de gebiedsspecifieke problemen. Ten tweede gaat het ‘traditionele’ voorraadbeleid uit van een topdown-benadering, die de werkelijkheid veronachtzaamt waarin meerdere, wederzijds afhankelijke actoren nodig zijn om het voorraadbeleid te laten slagen. Hierdoor is het beleid lastig uit te voeren’’.

Waarom heb je gekozen voor de Vogelaarwijken?
‘’Binnen Vogelaarwijken is de herstructureringsopgave vaak groot en zijn er veel partijen bij betrokken. Deze wijken zijn dus informatierijk, ofwel de kans is groot dat er in deze wijken sprake is van gebiedsgericht voorraadbeleid. Uitkomsten van het onderzoek gelden dus niet zondermeer voor andere wijken. Het is echter wel aannemelijk dat in andere wijken of dorpen ook situaties voorkomen die gelijk zijn aan die in Vogelaarwijken. Alleen waarschijnlijk in mindere mate’’.

Wat zijn de kenmerken van gebiedsgericht voorraadbeleid?
Het belangrijkste kenmerk is dat een geografisch afgebakend gebied als leidend ordeningsprincipe wordt gehanteerd voor de beslissingen ten aanzien van de woningvoorraad en niet een product- en/of een doelgroep. Een tweede, hieraan gerelateerd kenmerk is dat corporaties rekening houden met en/of samenwerken met andere partijen in de wijk, de buurt of het dorp. Het beleid is dus mede gebaseerd op de kenmerken van de betreffende gebieden. In de probleemanalyse wordt rekening gehouden met de sociale en economische factoren binnen het gebied. In de uitkomsten is het beleid gericht op de fysieke maatregelen die passen binnen het integrale beleid voor het gebied’’.

Heeft gebiedsgericht voorraadbeleid impact op de bedrijfsvoering?
‘’Zeker. Gebiedsgericht voorraadbeleid is complex, omdat je naast het portefeuille- en objectniveau een extra niveau toevoegt. Ook kijk je naar de relatie met sociale en economische factoren en stel je je meer open voor de partijen in de wijk. Je zou kunnen proberen om dit allemaal in een model of systeem te persen. Wat ik in de cases heb gezien is dat deze complexiteit bijvoorbeeld getackeld wordt door een gebieds- of procesmanager aan te stellen. Deze persoon houdt het belang van de wijk in het oog en let op de samenhang tussen de verschillende activiteiten’’.

Welke planningsbenaderingen onderscheid jij voor het beschrijven van gebiedsgericht voorraadbeleidsproces?
‘’Ik onderscheid vijf benaderingen. Bij rationele planning analyseert een inhoudelijke specialist wetenschappelijke kennis met als doel een optimale oplossing te zoeken voor de problemen in de wijk. Bij incrementele planning wordt op basis van persoonlijke kennis en ervaring gezocht naar een voldoende oplossing door het stap-voor-stap aanpassen van de huidige situatie. Politieke planning houdt in dat een leider zoekt naar voldoende steun door het strategisch inzetten van kennis en het ruilen van gunsten. Bij collaboratieve planning zijn meerdere (interne of externe) stakeholders in overleg om op basis van lokale kennis consensus te bereiken. Maatschappelijke planning houdt in dat actoren die niet of ondervertegenwoordigd zijn in het formele proces op basis van (juridische) argumenten proberen om een bestaande oplossing aan te passen aan hun eisen”.

Welke planningsbenaderingen hanteren woningcorporaties doorgaans?
‘’Corporaties hanteren een mix van benaderingen, maar vooral rationele elementen, met veel nadruk op analyse, en collaboratieve elementen, met de nadruk op overleg, waren belangrijk’’.

Welke planningsbenadering past volgens jou het beste?
‘’Dat is afhankelijk van meerdere factoren, zoals de fase van het proces en de partijen waarmee je te maken hebt. Als collega-corporaties in een wijk niet met je mee willen werken, dan is een collaboratieve benadering niet vanzelfsprekend. Ook verschilt de complexiteit van de opgave. Bij een minder complexe opgave is een rationele benadering eerder haalbaar dan bij een complexe opgave’’.

Welke aanbevelingen doe je woningcorporaties?
‘’Het zou goed zijn als corporaties een beter inzicht zouden hebben op welke manier ze binnen wijken of dorpen tot hun activiteiten komen. Ofwel, welke benaderingen ze hanteren. Ze kunnen dan hun benadering beter afstemmen op de context, op de organisatie en op de fase waarin ze zitten. Ze kunnen wellicht hun proces verbeteren door ingrediënten van andere benaderingen toe te passen. Begin bijvoorbeeld met een rationele analyse met behulp van een (interne) expert, maar zoek vervolgens wel collaboratief draagvlak binnen de organisatie voor de bevindingen. Zet hierna deze bevindingen in bij de externe onderhandelingen met andere partijen. Leg het resultaat hiervan vast en maak een collaboratieve structuur voor de uitvoering van incrementele stappen in de juiste richting. Gebiedsgericht voorraadbeleid wordt zo een “logische” aaneenschakeling en combinatie van planningsbenaderingen’’.

Zeg je hiermee dat de benadering een soort hybride vorm moet hebben?
‘’Dat is de uitdaging. Met een turbulente omgeving werkt een voorraadbeleid dat in steen gebeiteld is niet. Op gebiedsniveau moet ruimte zijn om in te spelen op de bottom-up ontwikkelingen. Natuurlijk wel binnen kaders op hoofdlijnen, die de richting aangeven waar het naartoe moet’’.

Hoe ziet de ideale context of de ideale organisatie eruit?
‘’De ideale context zou er een zijn, waarbij er continuïteit is in het beleid van de verschillende overheden en in de marktontwikkelingen. Daar staan we nu ver van. Wat betreft de ideale organisatie hebben corporaties denk ik vooral mensen met een brede blik nodig die in het belang van de wijk kunnen denken en niet in een deelbelang. Zij moeten een antwoord vinden op de vraag wat een gebied nodig heeft en op de vraag welke partij de juiste middelen heeft om dit op een efficiënte manier te bereiken’’.

In welke mate is de wereld van vandaag van invloed op de conclusies en aanbevelingen?
‘’Woningcorporaties trekken zich nu, gedwongen door overheidsbeleid en economische omstandigheden, steeds meer terug op hun kerntaak, het beheer van sociale huurwoningen. Juist in zo’n situatie kan het wenselijk zijn om in het beleidsproces een brede blik te hebben. Woningcorporaties kunnen zich zo beter positioneren ten opzichte van andere partijen in hun omgeving. Hierbij gaat het om vragen als: welke partij is het meest geschikt om een probleem aan te pakken, met welke partijen werken we samen, welke partijen profiteren van onze inspanningen (en kunnen we dus vragen om een bijdrage)? Een brede blik betekent niet dat een woningcorporatie ook alles zelf oppakt, vooral binnen de analyse is een brede blik van belang. Een woningcorporatie kan door deze brede blik juist een beter gefundeerde beslissing nemen over wat ze wel en niet doet en zo laten zien dat ze haar maatschappelijke taak effectief en efficiënt oppakt’’.

Het volledige onderzoeksrapport is te downloaden via: http://abe.tudelft.nl/index.php/faculty-architecture/article/ view/vanovermeeren/pdf_vanovermeeren

Bron: CorporatieGids Magazine