Column: Van gestold wantrouwen naar vertrouwen en samenwerking

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Eind april gaf ik een interview over de zogenaamde chaos in het toezicht. Toen ik de Woningwet ‘gestold wantrouwen’ noemde, begon de journalist druk te schrijven. Dat was een quote waar hij wat mee kon!

Download hier het originele artikel uit CorporatieGids Magazine editie SBI juni 2017

Het was geen vergissing om de Woningwet dat stempel mee te geven. Ik vind de Woningwet gestold wantrouwen en ik begrijp dat ook. Dat is geen d iskwalificatie van de wet, maar een nadere duiding. Dat de politiek en de samenleving na de parlementaire enquête de sector geen automatisch vertrouwen meer gaven, snap ik. Dat ze daarom om meer zekerheden en toezicht vroegen ook. Dat dit gepaard gaat met meer administratieve lasten is logisch. En ja, dat is vervelend. Je bouwt liever een woning dan dat je de rekening van een accountant betaalt.

Er is één gouden les in het toezicht. Als alles goed gaat is er te veel toezicht en als het slecht gaat was er te weinig toezicht. Dat zie je in alle situaties waarin een toezichthouder actief is, en dat is tegenwoordig bijna overal. De afgelopen periode is veel gezegd over de toezichtslasten uit de Woningwet. De scheiding tussen DAEB en niet-DAEB heeft er flink ingehakt en het handboek marktwaardering ook. Logisch. Maar de Woningwet is net twee jaar oud. De inkt is amper droog en dan nu al pleiten voor aanpassing, vind ik zelf nogal prematuur. Vertrouwen komt te voet en gaat te paard. Het lijkt alweer een hele tijd geleden, maar de parlementaire enquête was pas gisteren en het vertrouwen is nog heel kwetsbaar. Het past de sector om nu roomser dan de paus te zijn; handelen naar de letter én in de geest van de wet. Voldoen aan financiële randvoorwaarden, rechtmatigheid en integriteit en de governance op orde hebben. Maar ook: voldoen aan de achterliggende gedachte van concentratie op de kerntaken en een sterke DAEB-tak.

Moeten wij de komende jaren daarom berusten in de hoge kosten van het toezicht? Nee. Maar de oplossing ligt niet in het versoepelen van het toezicht of van de vereisten van de Woningwet. Wij moeten de samenwerking zoeken om het vertrouwen in elkaar en in het stelsel terug te krijgen; we moeten het gestolde wantrouwen om weten te buigen in vertrouwen. WSW en Aw geven daar een mooi voorbeeld van. Samen werken aan een beter risicoraamwerk en minder administratieve lasten. Minder financiële ratio’s en waardebegrippen en een kleinere gegevensuitvraag zijn inspirerende voorbeelden van wat mogelijk is. Sterk intern toezicht kan leiden tot een externe toezichthouder die meer op de achtergrond is. Aandacht voor governance en de soft controls is dus belangrijk. Als het interne toezicht goed functioneert heeft een externe toezichthouder die dieper wil gaan dan de interne, iets uit te leggen. BZK, Aedes, Aw en WSW streven naar een bestuurlijk akkoord over de informatievoorziening. Administraties die op elkaar aansluiten, dezelfde definities hanteren en dus system-to-system werken mogelijk maken, zijn hoogstnodig. Alleen zo kunnen we de begrijpelijke irritatie en hoge kosten van een gegevensuitvraag voorkomen. En last but not least, een accountantsprotocol dat tijdig beschikbaar is en het besef dat een handtekening van een accountant lang niet altijd zaligmakend is.

Binnen de wet is nog veel mogelijk, maar niet alles morgen al. Ik geloof echt dat we op de goede weg zijn. Soms nemen we een verkeerde afslag, maar in de sector houden we elkaar scherp en corrigeren we elkaar snel.

Kees van Nieuwamerongen is directeur Autoriteit woningcorporaties bij ILT

Bron: CorporatieGids Magazine