Column: Brandjes blussen

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

‘Regie nemen op complexe verdelingsvraagstukken’ en ‘het herwinnen van de publieke ruimte op het vrije spel der krachten’, zo omschreef Hugo de Jonge begin dit jaar zijn woonbeleid als kersverse minister voor Volkshuisvesting. In een eerdere column vroeg ik me af hoe ver die regie reikt en waar die omslaat in hiërarchische sturing.

Inmiddels weten we meer. De landelijke overheid heeft haar hiërarchische ruimtelijke ordeningskanon naar buiten gereden om de vestiging van een AZC af te dwingen in een door de COA aangekocht hotel in Albergen. Is dit een nobele actie om asielzoekers een degelijk dak boven het hoofd te bieden of een tot mislukken gedoemde wanhoopsactie?

Kim Putters, voormalig directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), haalt in zijn boek ‘Het Einde van de BV Nederland’ (2022) een mooie uitspraak van Søren Kierkegaard aan: “Wie met de tijdgeest trouwt is snel weduwnaar.” We zijn te veel geneigd om naar het hier en nu te kijken en hebben te weinig oog voor lange termijneffecten. De huidige asielcrisis is een sprekend voorbeeld daarvan. 

De gedwongen vestiging van een ACZ in Albergen is een nogal onbeholpen poging om een brand te blussen die is ontstaan door de lange termijneffecten van een stiefmoederlijk onderhouden asielsysteem. Hetzelfde kun je zeggen van de manier waarop wij wonen hebben georganiseerd. Ook dat systeem – de vaak geroemde Nederlandse volkshuisvesting – piept en kraakt door roofbouw en gebrek aan onderhoud. Ze is, om de titel van Cody Hochstenbach’s boek te lenen, nogal ‘Uitgewoond’. 

Laatst las ik de prachtige uitspraak: “Als de overheid aan burgers geen ruimte laat om eigenaar van het probleem te zijn, hoe kun je dan verwachten dat ze eigenaar van de oplossing worden.” Als er ergens een domein is waar de meeste burgers zich geen eigenaar kunnen voelen, dan is het wel wonen en ruimtelijke ordening. In Nederland is dat bij uitstek het domein van instituties, zoals overheden, woningcorporaties, ontwikkelaars en bouwers. Burgers hebben vooral de rol van consumenten (als ze kapitaalkrachtig genoeg zijn) of van cliënten en woningzoekenden (als ze via een wachtlijst of WoningNet op hun beurt moeten wachten). 

Hoe maken we burgers eigenaar van de oplossing in plaats van aanbrengers van problemen? Welke overheidsregie is daarvoor nodig? In ieder geval niet – of niet alleen – door het blussen van brandjes. Natuurlijk, we moeten woonruimte realiseren om uit de asielcrisis en de wooncrisis te komen. Maar de regie van Hugo de Jonge op die ‘complexe verdelingsvraagstukken’ moet burgers omarmen en niet, zoals in Albergen, uitsluiten. 

Aansluitend bij het gedachtegoed van Kim Putters heeft Nederland een mens- en samenlevingsgerichte overheid nodig. Een overheid die een duidelijk toekomstperspectief schetst waarbij de waarden die we met ons woonbeleid nastreven centraal staan. Een systeem dat eerlijke kansen biedt voor iedereen, een systeem dat niet gaat voor winst en efficiëntie, maar om de langetermijn resultaten die we als samenleving willen realiseren. 

Gerard van Bortel is universitair docent housing management aan de TU Delft, lid van de raad van commissarissen van woningcorporaties Rochdale in Amsterdam en Het Grootslag in Wervershoof op voordracht van de huurdersorganisaties, en lid van het landelijk bestuur van de Woonbond.

Gerard van Bortel is universitair docent housing management aan de TU Delft, lid van de raad van commissarissen van woningcorporaties Rochdale in Amsterdam en Het Grootslag in Wervershoof op voordracht van de huurdersorganisaties, en lid van het landelijk bestuur van de Woonbond.

Bron: CorporatieGids Magazine, Foto: CorporatieMedia