Column - Huisvesting statushouders: kerntaak corporaties

Geplaatst door CorporatieMedia op
 

Er verblijven ongeveer 14.000 statushouders in een asielzoekerscentrum. De doorstroming van deze statushouders naar de woningmarkt stagneert. Daardoor raken de AZC’s verstopt en doet het Rijk een beroep op gemeenten om noodopvang te regelen. 

Statushouders behoren tot de doelgroep van corporaties: logisch dat bij uitstek corporaties worden aangesproken om voor hen woonruimte beschikbaar te stellen. Dat treft slecht. De laatste jaren is de nieuwbouw van sociale-huurwoningen stelselmatig afgenomen. Bovendien zijn er grote aantallen sociale-huurwoningen verkocht of geliberaliseerd. Het gaat om vele duizenden corporatiewoningen per jaar. De minister van Wonen vindt dit uitstekend, want als enige in Nederland vindt hij dat ons land te veel sociale-huurwoningen telt.

Als nu de statushouders voorrang zouden hebben, zou de wachttijd voor reguliere woningzoekenden verder oplopen: de meest probate manier om het draagvlak voor de opvang van statushouders te ondermijnen. Door de verhuurderheffing en de saneringsheffingen is het investerend vermogen van corporaties ernstig aangetast. Het is een hele toer om de inkrimping van de sociale-huursector om te zetten in een groei, met name in de steden. Er worden steeds vaker voorstellen gedaan om containerwoningen en andere vormen van sobere tijdelijke huisvesting te bieden. En er worden steeds meer plannen gelanceerd om tijdelijke woonruimte in te richten in leegstaande kantoren. Juristen melden dat de nieuwe Woningwet activiteiten van corporaties in kantoren en bedrijfsgebouwen verbiedt. Dit verbod kan geen stand houden.

Wat mij betreft zijn er twee hoofdaandachtspunten van belang: Omdat het in alle gevallen gaat om het huisvesten van de doelgroep, mag van woningcorporaties worden verwacht dat zij over de hele linie investeren in betaalbare woonruimte: huisvesting in kantoorgebouwen, bouw van reguliere sociale-huurwoningen en containerwoningen. Het zou dubieus zijn om alleen voor statushouders een bouwstroom op te zetten van containerwoningen en tijdelijke woonruimte in kantoren en de reguliere sociale huurwoningen alleen voor Nederlandse woningzoekenden te reserveren. Het totale repertoire aan betaalbare woonruimte moet worden ingezet voor de huisvesting van zowel autochtone starters als statushouders. Het gevaar van segregatie moet worden ingedamd. Gemeenten zouden hun Woonvisie kunnen actualiseren en tussen gemeenten en corporaties zullen over dit thema aanvullende prestatieafspraken moeten worden gemaakt.

In het licht van deze actuele ontwikkelingen zou het Rijk de verhuurderheffing voor verhuurders van woningen met een gereguleerde huur moeten heroverwegen. Dit omstreden beleidsinstrument staat nu praktische oplossingen ernstig in de weg.

Door: Hugo Priemus, emeritus hoogleraar Systeem Innovatie Ruimtelijke Ontwikkeling en verbonden aan het OTB en de Technische Universiteit Delft

Bron: CorporatieGids Magazine