CorporatieGids Magazine

7 ONAFHANKELIJK MAGAZINE OVER BEDRIJFSVOERING, BOUW EN ONDERHOUD VOOR WONINGCORPORATIES NUMMER 3, 2019 6 WWW.CORPORATIEGIDS.NL streven naar ‘dummy-proof’. Het ventilatiesysteem mag bij- voorbeeld niet te kwetsbaar zijn op bewonersgedrag. Ook als iemand beginnend dementerend is, willen we dat ze bij ons goed en veilig wonen. Als woningcorporatie kun je dan het verschil maken zodat mensen het in plaats van net niet, net wèl redden.” Kleine speler, groot verschil Truus werkt inmiddels ruim twintig jaar als directeur-bestuurder bij OFW. Met het dichttrekken van de deur in april volgend jaar zal ze toch vooral de boeken ingaan als koploper op het gebied van duurzaamheid. “Het is bijzonder dat je als kleine corporatie een voorbeeld kan zijn op het gebied van duurzaamheid,” zegt ze niet zonder trots. “Bijzonder dat het kan om als kleine speler het verschil te kunnen maken.” Memorabel moment Een memorabel moment noemt Truus het bezoek van toen- malig minister van VROM, Pieter Winsemius, die op een middag met een delegatie naar Dronten afreisde. “Mocht ik een inleiding geven over verduurzaming en mijn ideeën en aanbevelingen over energiebesparing, energielabels in de woningwaardering geven. ‘Of dat niet in het ‘antwoord op de samenleving’ kon worden opgenomen’ vroeg Winsemius. En het kwam erin. Voor mij was dat transitietheorie pur sang: als beleidsmakers en mensen uit de praktijk samenkomen gaan dingen ineens stromen. Heel bijzonder om te merken hoe ideeën die toen besproken zijn in de loop der jaren zijn ingevoerd. Dat een bijeenkomst met een paar mensen zoveel impact kan hebben.” Collectief leren Van individueel naar collectief leren heeft toen echt een impuls gekregen, zegt Truus. “Gelukkig is die trend doorgezet en nemen corporaties steeds vaker kennis van elkaars ideeën en prestaties. Andere corporaties kunnen dat gebruiken, maar dan zonder de beginnersfouten. Wel blijven nadenken, want wat in de ene woonplaats of zelfs wijk werkt, hoeft in een andere woonplaats of wijk niet te werken.” PE-punten voor de bouw De grote uitdaging in verduurzaming ligt volgens Truus niet alleen bij de corporaties. “De bouwsector moet een slag maken en duurzaamheidsbeleid als kwaliteitsbeleid gaan voeren. Maar de bouw is overspannen, er zijn veel kleine en middelgrote bedrijven en veel ZZP’ers. Er zal veel meer geïndustrialiseerd moeten worden, want materiaal en personeel is schaars. De bouw moet efficiënter, faalkosten moeten eruit. Misschien moeten we wel PE-punten intro- duceren voor iedereen die in de bouwkolom werkt, zodat het niveau blijvend omhoog gaat. Ook moeten we kennis opdoen in het buitenland, waar ze soms verder zijn in verduurzaming.” 2050 Over de rol van corporaties in de ambitie van Nederland om in 2050 gasloos te zijn zegt ze: “Waarschijnlijk blijft er een opgave over die niet op woningniveau is op te lossen. Is dat nu erg? Nee, want het is een bewegend langetermijndoel. Er komt ongetwijfeld vernieuwing door innovatie en industri- alisering. Dat ontslaat ons niet van de plicht om als sector met veel ambitie naar dat doel toe te blijven werken.” Duurzaamheid integraal oppakken Truus vervolgt: “Mijn advies is om duurzaamheid integraal te maken, maar dat staat op gespannen voet met wet- en regelgeving. Waarom mag ik als corporatie geen aandeel in een windmolenpark nemen om daarmee het deel dat ik niet op woningen kan terugwinnen te compenseren? En als we straks allemaal een stekker aan ons huis en auto hebben, moeten we dat allemaal als woninggebonden stroomverbruik rekenen?” Stoel van Ollongren Tot slot mag Truus als dank voor bijna veertig jaar rentmees- terschap in de corporatiesector op de – spreekwoordelijke – stoel van Kajsa Ollongren plaatsnemen en ten aanzien van duurzaamheid ‘doen wat ze wil’. “Als eerste zou ik de investeringsruimte voor woningcorporaties vergroten, bijvoorbeeld door de verhuurderheffing af te schaffen,” begint ze gretig. “Vervolgens zou ik op echte cijfers gaan sturen, met het echte energiegebruik als uitgangspunt in plaats van ingewikkelde energielabels. Ook zou ik de Woningwet integraler naar duurzaamheid inrichten en de administratieve sturing van de wet loslaten. Tot slot zou ik meer aandacht geven in de bouwkolom voor duurzaamheid en PE-punten introduceren voor iedereen, inclusief de uitvoering, zodat de kwaliteit continu verbetert. Maar bovenal zou ik integrale besluitvorming doorvoeren, waarbij de mens centraal staat in de afweging van sociale, culturele, ecologische en bedrijfs- economische belangen. Alleen dan maak je keuzes die duurzaam zijn voor de toekomst.”

RkJQdWJsaXNoZXIy Mzg5Mzg=